Advies van de Gezondheidsraad betreffende toepassing AED
Ten aanzien van het gebruik van de AED heeft de Gezondheidsraad d.d. 21 februari 2002 een advies uitgebracht onder de naam “Toepassing van de AED in Nederland”. In dit advies stelt de Gezondheidsraad dat de AED een technologische verworvenheid is die, ook bij toepassing door leken, zó veilig is dat het wenselijk is om defibrillatie met de AED niet meer als voorbehouden handeling aan te merken in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Dit advies heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kort daaropvolgend overgenomen.
Dit houdt in dat iedere burger een AED mag gebruiken. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt hier geen toezicht op. Mede dankzij de belangeloze inzet van Stichting Kies voor Leven, die als eerste lándelijk werkende organisatie aan de slag ging met dit levensreddende thema, komen op steeds meer openbare plaatsen AED’s beschikbaar.
Dit betekent dat iedere getrainde leek een AED kan en mag bedienen. Medewerkers van de brandweer mogen in noodgevallen en onder voorwaarden de AED gebruiken. (Beleidsvisie First Responders in relatie tot de ambulancezorg, 17 augustus 2004).
In april 2005 nam de Tweede Kamer een motie aan inhoudende dat alle politiemotorvoertuigen met een AED uitgerust moeten worden (Kamerstuk 29628, nr. 12).
Voor de inhoud van deze pagina is de volgende bron geraadpleegd: Tweede Kamer, Kamerstukken 28000 XVI, nr. 113 en CZ/IZ-2666223
Laatst bijgewerkt in augustus 2005
Auteur: Toon Hermsen - Copyright: © Stichting Kies voor Leven